
Wet inzake de geldtransactiekantoren
Artikel 48
1
Het verbod, bedoeld in artikel 3, eerste lid, blijft tot de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van inwerkingtreding van deze wet buiten toepassing ten aanzien van geldtransactiekantoren die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet beschikken over een ontheffing ingevolge artikel 82 van de Wet toezicht kredietwezen 1992 voor het uitvoeren van geldtransacties als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, onder 3°, van deze wet.
2
Ten aanzien van het geldtransactiekantoor dat in de periode voorafgaande aan de in het eerste lid bedoelde dag bij Onze Minister een verzoek tot inschrijving heeft ingediend, blijft het verbod, bedoeld in artikel 3, eerste lid, buiten toepassing tot aan de tweede dag nadat de beslissing op het verzoek door Onze Minister is verzonden.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AR5002, Voorlopige voorziening, VBC 03/1772-ZWI
Rechtsoort
Bestuursrecht overig
Datum uitspraak
09-07-2003
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Voorlopige voorziening
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank RotterdamVerweerster heeft het namens verzoekster ingediende verzoek om een inschrijving in het register als bedoeld in artikel 2, eerste lid, juncto artikel 48 van de Wet inzake de Geldtransactiekantoren afgewezen, terwijl tevens geen ontheffing is verleend als bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Wgt. Daarnaast...